zondag 10 november 2013

NEDERLAND AUSTRALIA 400 jr

Herdenkingsmunt   1606 2006 
Presentatielezing   Ministerie van Financiën
Den Haag  -  19 dec 2005  

Voor ons op tafel, ligt een munt,  een prototype.  We zien de beide zijden van de munt naast elkaar afgebeeld.
Het beeld van die twee cirkels deed mij direct denken aan de twee cirkels op de beroemde  wereldkaarten van  Plancius,  Mercator of  Ortelius.  Of die van het enorme Teatrum Orbis Terranum dat zich, in marmer uitgevoerd, sinds 1648 bevindt op de vloer van de  Burgerzaal in  het Amsterdamse Stadhuis – het huidige Paleis op de Dam.  Een plek die de Hollanders  destijds graag als het centrum van de wereld beschouwden.

Overigens bestaat er een tweede marmeren afbeelding van die kaart. De andere, en dan met name dat deel waarop het net ontdekte Australië - of toen nog Hollandia Nova – staat afgebeeld,  bevindt zich - toepasselijk - aan de andere kant van de wereld.   Hij is  in 1948 als  “Abel Tasman Map” aangebracht in de vloer van de Public Library of New South Wales te Sydney.

Zijn het bij Plancius, Ortelius en Mercator  echter de cirkels van het Westelijk en Oostelijk halfrond,  hier voor ons zien we op de munt,  links afgebeeld ;  een zijde welke ik eerder de landkaart zou willen noemen.   En ik stel voor om de andere  kant  dan aan te duiden als  “de zeekaart”,
Of  mooier  nog;  “de zeezijde”


Laat ik beginnen met die laatste.  We zien hier op zee vooral lijnen.   Het zijn de lijnen van oriëntatie of richting.
We zien fragmenten van windrozen, waardoor die lijnen betekenis krijgen.  
De zeezijde is daarmee de kant van de abstractie, de grafische kant  - de kant van de uitgangspunten,  de zicht-  stand- en startpunten.  De oriëntatie, de motivatie en de beweging daarvan uit.

Overigens valt hier op dat de, op iedere Nederlandse munt verplicht aanwezige munttekens – het Zeilschip en de Mercuriusstaf, (symbool van handel) – binnen de windroosfragmenten, op een bijna natuurlijke  wijze hun plek en betekenis hebben ingenomen.   

   En dan is er een portret.  HKH Koningin Beatrix, niet één, maar twee keer aangebracht, als op een speelkaart, die noch een boven, noch een onderkant mag hebben.


Tijdens een ontvangst / briefing  op de Rijksmunt in Utrecht op 9 november 2005 – gaf een medewerker van de Austalian Embassy in den Haag  een inleiding waarbij zij sprak over een natuurlijke verwantschap tussen beide landen.  Australia dus, als een vanzelfsprekende partner van ons – Nederland  aan de andere kant van de globe.  Een partner in democratisch gehalte, politieke oriëntatie – een verbondenheid op gebied van cultuur, handel, economie en sport – en daarnaast een gezamenlijk verleden van ontdekking en emigratie.
Wat mij daaraan direct - op bijna ontroerende wijze - trof was dat dit beschreven gevoel van verwantschap direct geworteld is in een  idee dat - voor zover ik nu kan over zien – in ieder geval zo’n 2500 jaar teruggaat.  Een reeds millennia oud gedachtegoed , dat nu weer,  als een kerstboom opgetuigd met nieuwe ballen – of vanuit een nieuwe motivatie,  naar voren wordt gebracht.
Als  ideeën over een dermate grote overlevingskracht blijken te beschikken,  moet er, zou je zeggen, doorgaans wel een waarheid in schuilen.


Naar verluidt was het Pythagoras in het Griekenland van de 6e eeuw v. Chr  die als eerste voorstelde dat de aarde een bol zou moeten zijn. Toen  Eratosthenes van Cyrene zo’n 200 jaar later omtrek van die aarde op een paar procent nauwkeurig berekende, werd al snel duidelijk dat de op dat moment aan hun bekende wereld, maar een klein deel uitmaakte van het totale aardoppervlak.  Daaruit vloeide  voort dat er sprake moest zijn van een even grote landmassa aan het zuidelijk halfrond – antarctus - als wat aan  hen bekend was op de noordelijke zijde  – arctus - wilde de globe tenminste niet onmiddellijk uit evenwicht raken, en uiteenvallen tussen de sterren.
Binnen dat zelfde gevoel voor een  natuurlijke noodzakelijkheid van evenwicht – of symmetrie, ontwikkelde Aristoteles het model van een wereld met vijf klimata. Twee bevroren zones aan beide polen, een voor mensen ondoordringbare equatoriale gordel in het midden en aan beide zijden daarvan een gematigde bewoonbare zone – vermoedelijk  ook aan die andere kant bewoond – met wetende mensen, zoals wij.
Het idee van de antipode was daarmee geboren – de tegenvoeter,  de andere mens, met z’n voetzolen tegen de onze – onbereikbaar en onkenbaar, maar toch.  We waren – althans in gedachte - niet langer alleen.
De antipode heeft sindsdien een lange weg afgelegd. Via Ptolemeus die de ondoordringbare vurige evenaar van Aristoteles verving door een onneembare Equatoriale zee, en de term Terra Australis  - het uiterste Zuidland – introduceerde. Via Augustinus die uit het ondoordringbare  karakter van de ecquator,  concludeerde  dat  tegenvoeters nooit hun weg uit het Paradijs  naar het zuiden zouden  hebben kunnen vinden – en dus nooit zonen van Adam of kinderen Gods zouden kunnen zijn.  Waarna , om veiligheidredenen,  een niet bestaande Antipode en een platte aarde, als een aantrekkelijker tweede optie zijn intrede deed.
Ook in de middeleeuwen is het idee van een ronde aarde, een Antipode en een Terra Australis Incognita nooit helemaal van tafel verdwenen.  Verschillende wereldbeelden bestonden – soms slechts in de marge - maar altijd naast elkaar. Zeker geografen waren slechts bij uitzondering overtuigd van een platte aarde. Op een kaart van de Romeins Britse Pomponius Mela  zien we een duidelijk als globe bedoelde aarde met een indrukwekkende zuidelijke landmassa. Dit zelfde zien we  bij een kaart van Al Idrisie. Getekend in het midden van de kruisvaarders periode, in een zowel op Arabië als het Christelijk Europa gericht Sicilië. Tevens valt bij Al Idrisie  op dat zijn kaart op het Zuiden georiënteerd is – d.w.z. hij staat in onze optiek, op zijn kop.  Zuid wordt hier als bovenkant van de aarde gezien.  Ook dit verschijnsel zien we door de hele geschiedenis terugkomen.  En, hoewel we het tegenwoordig hoogstens nog gemarginaliseerd aantreffen  op bijvoorbeeld ironisch bedoelde Australische ansichtkaarten,  stoelt het op een fundamentele astronomische  waarheid; er bestaat geen enkele rede om een hiërarchisch onderscheid aan te wijzen tussen Noord en Zuid.   Ofwel; de Aarde heeft nadrukkelijk geen boven of onderkant. . . . Wel een breedte – die wordt immers bepaalt  door het draaien van de Aarde en dus in dagelijkse ervaring door het opkomen en ondergaan van de Zon. Wat we echter als bovenkant ervaren, wordt  bepaalt door de plaats op aarde waar we ons bevinden – het Noordelijk of het Zuidelijk halfrond, en dus door de aard-as en de enige plaats aan de  hemel die daardoor daadwerkelijk stilstaat; voor ons de Poolster, in Australië het Zuiderkruis.



Al Idrisi - Wereldkaart - 12e eeuw - Sicilie


Pomponius Mela - Wereldkaart - 6e eeuw - Brits

Soms vinden we onze antipode terug in Middeleeuwse Bestiaria,  dan is de mens met de voeten omhoog  verworden tot een wezen dat de enorme hitte van de zon ter plaatse, slechts kan overleven in de schaduw van een paar enorme voeten, die boven het hoofd worden gedragen.
Ook bij Marco Polo vinden we een beschrijving van het Zuidland – zelf gezien, of van horen zeggen – als een land met goud en ongekende rijkdommen, een land met wijze mensen voor wie de poolster niet zichtbaar is.

Het waren dus niet alleen motieven van handel en gebiedsuitbreiding, maar ook  dit soort gedachtes, die speelden door de hoofden van Hollanders die in  het begin van de 17e eeuw op zoek gaan naar dat onbekende Mythische Zuidland 
Wat ze aantroffen was iets anders; een kust van ontoegankelijke woestijnen, verradelijke  zandbanken en wantrouwende bewoners die, naakt als ze  waren, niets te verhandelen leken te hebben. 
De namen, die in de jaren er na, verschijnen op de langzaam groeiende kaarten, van dit tot Nieuw Holland gedoopte gebied, laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Vuijle Banken – Rottnest – Moddereijland en Kaap Keerweer.
Dit kon nooit het Terra Australis Incognita zijn waar al eeuwen over gedacht en geschreven werd.
Twee V.O.C. Schippers,  Dirck Hartogh en Willem de Vlamingh laten in deze periode elk een Tinnen bord uit de scheepskeuken halen, om er zorgvuldig de namen van de bemanning, hun herkomst en hun bestemming in te laten kerven. De borden worden aan een paal gespijkerd en als een vlag op de maan, aan de Australische kust achtergelaten. Het zijn daarmee de oudste westerse voorwerpen en het oudste schrift in Australië. Beide schotels worden – soms eeuwen later gevonden. Eén bevindt zich nu in het Rijksmuseum Amsterdam, de ander in het Maritime Museum of Western Australia in Perth.  Het zijn de letters van deze tinnen borden waarmee op de munt de drie namen – Terra Australis – Nieuw Holland en Australia zijn geschreven.  





Twee tinnen borden door achtereenvolgens,  
Willem de Vlamingh en Dirck Hartogh 
 in de 17e eeuw achtergelaten op het Australische strand
Collecties; Maritime Museum of Western Australia - Perth.
Rijksmuseum Amsterdam

Het zoeken naar het mythische Zuidland, het Terra Australis van de aan ons gelijke tegenvoeter, heeft zich nog ruim 200 jaar voortgezet. Tot ver in de 19e eeuw werd er richting Antarctica naar gezocht. Je zou haast kunnen zeggen dat de zoektocht naar dát Terra Australis zich ondertussen van de aarde heeft losgemaakt en zich nu afspeelt in de ruimtevaart.
 Het is echter Matthew Flinders, de Engelse Cartograaf die met James Cook de oostkust van Australia , als New South Wales in kaart brengt, die al in 1814 concludeert dat; “Als de kust van Nieuw Holland en die van New South Wales in de komende jaren inderdaad tot hetzelfde continent blijken te horen, het gepast en respectvol zou zijn daaraan de naam Terra Australis, of iets aangepast; Australia toe te kennen”

. . . New South Wales wordt in de jaren die volgen de naam van een provincie en in de tweede helft van de 19e eeuw verdwijnt de naam Nieuw Holland  langzaam van de kaarten..

Terug nu naar de munt die voor ons ligt;
Links afgebeeld zien we de  andere zijde;  de Landkaart
Het is het land dat wat we werkelijk aantreffen aan de andere kant
Australia – Een enorme, schijnbaar drijvende landmassa,
Oud Land.
Samen met Antarctica de oudste overblijfselen van het zuidelijk supercontinent Gondwanaland,  dat 200 miljoen jaar geleden uiteen begon te vallen.
Het enige continent waar een complex ecosysteem van buideldieren overleefde.
Een land met de oudst overlevende menselijke cultuur,
En een cultuur die zich ook in religieus / spiritueel opzicht bij uitstek, richt op dat land.

Het in kaart brengen van dit land, dat begon met dat scheepje uit Hollands Batavia in 1606, Een beschrijving die begon met deze moeizaam uitgesneden letters in een tinnen etensbord. Dit beschrijven bevindt zich nu in een stadium dat  door de NASA vanuit de ruimte verzamelde informatie direct, drie dimensionaal  kan worden overgebracht in het metaal van deze munt.
De uiterst precies  weergegeven heuvels, woestijnen, bergruggen, vlaktes, kustlijnen en rivierbeddingen op de radarbeelden uit de Space shuttle, raken in hun schijnbaar eindeloze gedetailleerdheid aan de bezingende beschrijvingen en de op dit land gerichte religie van de oorspronkelijke bewoners van Australia . . .

Nu nog even terug naar de Zeezijde – daar troffen we twee portretten van Hare majesteit koningin Beatrix,
Een dubbelportret.  Een roterend gezicht dat in staat is zich te verhouden tot zowel een op het zuiden, als een op het noorden georiënteerd wereldbeeld.

 (N.B. de N van Nederland is hier dan ook vergroot als wijzend naar het noorden, evenals de vergrote S van Terra Australis  aan de andere kant, naar South verwijst  –  Bij het draaien van de munt, de S naar boven, verschijnt ‘Beatrix koningin’ nadrukkelijk in beeld, terwijl als de N naar boven wijst ‘Nederlanden,  benadrukt wordt )  

Het portret is  uitgevoerd als een hoogglanzend, spiegelend fond – bij het bewegen van de munt doet het portret zich hierdoor , onder invloed van de reflectie van opvallend licht, afwisselend zwart of wit aan ons voor.

Het is een gezicht dus, dat het blikpunt van de ander in kan nemen.
Een ons weerspiegelende koningin als révérence naar  het echte Terra Australis en de mens met zijn voetzolen tegen de onze. .

Ofwel; als een révérence naar Australia,  en  400 jaar  gezamenlijke Geschiedenis.


Ik dank u voor uw aandacht.

 19 dec 2005 



Peter Korver | Amsterdam
+31(0)655712412
m/Website:  www.peterkorver.com